Toespraak van Fumi Hoshino, als lid van de Stuurgroep Dialoog Ned. Japan , 12 feb 2011
Dominee Smit, de hele familie Lindeijer, vrienden, dames en heren,
Ik wil graag met u delen mijn ongelooflijke ervaring met Adrie. Ik heb net het dagboek en een foto van Nel voor u geplaatst, want ze moet ook bijwonen met ons, volgens me.
Ik kende al lang het mooie van onze cultuur in Japan. Daarom ben ik een architect geworden. Maar wist ik te weinige over een ander kant, het kwade tijdens de oorlog, totdat ik naar de conferentie van Dialoog Nederland-Japan kwam.
Sinds het jaar 2000 organiseren Adrie, prof. Muraoka, en hun Nederlandse- en Japanse vrienden, iedere jaar een conferentie met als doel de dialoog te bevorderen tussen Nederlanders, Japanners, en Indonesiërs. Omdat we ooit vijanden waren, maar wat wij nu niet meer willen zijn. We praten vooral over het voormalige Nederlandse Oost Indië onder de Japanse bezetting.
Toen ben ik begonnen het kwade van mijn voorvaders te beseffen. Dat was heel slecht. Dat hebben ze gedaan alleen voor hun eigen belang en er was geen respect voor anderen. En het was niet alleen een probleem van het verleden. Na de oorlog treedt Japan vaak op alsof er niks is gebeurd behalve enkele uitzonderingen van excuses en financiële ondersteuning. Dat vond ik ongelofelijk en onacceptabel en ik werd boos tegen mijn voorvaders, landgenoten, en mijzelf.
Op andere kant heb ik geweldige Nederlanders ontdekt, o.a. de familie Lindeijer.
Ten eerste heeft Adrie veel jongeren, die hun ouders verloren hadden, om haar heen verzameld in een Japanse interneringskamp. Zij zorgde ervoor dat zij hun eten, wat er bijna niet was, kregen, gaf ze les en voor het slapen gaf zij hun een nacht kus. Deze jongens noemde haar “Tante Adrie”, en ze doen dat nu nog steeds.
In 1995 ging ze samen met Wim jr., naar Kamaishi in Japan, waar haar man, Wim senior, ooit gevangen had gezeten in een dwangarbeiders kamp tijdens de oorlog. Toen leefde hij jaren onder angst voor zijn eigen gezondheid en veiligheid, en in onzekerheid over het lot van zijn familie.
Maar dankzij de laatst woorden van moeder-Nel heeft Wim junior zijn haat overwonnen en aan Japanse leerlingen op diverse scholen zijn excuus aangeboden dat hij ooit een wrok tegen Japan had gehouden. Hij en Adrie zijn op die plaats met de dialoog begonnen, n hebben een bijzonder vriendschap met hen opgebouwd over de jaren.
Ik vond het weer ongelooflijk maar indrukwekkend, en ik vroeg me af wat ik kon hier leren. Langzaam heb ik het antwoord gevonden. Ondanks het kwade door mijn voorvaders heeft het geen zin daar boos over te blijven..
In de Dialoog praten we vooral over het verleden, maar gericht op het nu en op de toekomst; om uitzicht te geven op hoop, op verzoening, op bevrijding van haat, om te komen tot vriendschap en vrede. De slechte ervaringen en geschiedenis moeten verwerkt worden, niet alleen door de slachtoffers, maar ook door de agressors en hun kinderen zoals ik. Dat is het positieve van dit alles.
Dat heb ik geleerd van Adrie en Wim.
Nu wil ik even aan Adrie spreken.
Adrie, of ook: mijn Tante Adrie,
Volgens me ziet je iets jonger uit dan vorige week, en ik vind het mooi zo. Ik weet gewoon dat je nog kan me horen. Je kent natuurlijk onze vriendin Melinda in Amerika, die nu bezig is met een boek over het dagboek van jouw man en de reis van jou en Wim naar Kamaishi. Ze heeft me gevraagd om naar Japan mee te gaan voor haar onderzoek. Eigenlijk was dat net nadat je met haar heb gesproken via Skype. Het was een verrassing, maar ik zei meteen Ja. Dankzij jou was er geen twijfel mogelijk voor me. Jij wees mij de weg, ook Dialoog is mijn weg. En dit boek staat precies op deze weg. Volgens Melinda kunnen we daar op een tapijt op de wand deze weg. Ik ben ook trots dat ik als een Japanner en jouw “neef” de Track van jou en Wim mag volgen, van Mizumaki tot Kamaishi.
Hartelijk bedankt nogmaals voor alle lessen. Daarzonder kon ik nooit een mens geworden.
Ik heb onlangs ook groeten van mevr. Kato, jouw vriendin in Kamaishi, ontvangen. Ook zij zal jou nooit vergeten.
En wij wensen je een goede reünie met jouw man Wim senior, Nel, en alle andere vrienden van de Dialoog zoals Els Michielsen-Baljon, en Annie en Herman Goudswaard.
Je heb al veel gedaan voor ons, maar ik geloof dat we nog verder veel meer gaan doen met alle vrienden van de Dialoog. Daar heb ik wel een zin in. Dus tot straks, tot de volgende overleg.
Bedankt voor uw aandacht.