Overslaan en naar de inhoud gaan

In memoriam Pauline van der Zee-Lugard

Datum

Weduwe van Wiepke van der Zee

Makassar,  22 mei 1930 – Haarlem,  5 mei 2024

In de IofC serie Levensverhalen vertelde Pauline van der Zee in het jaar dat ze 84 werd het hare. Eigenlijk snapte ze niet waarom men haar gevraagd had dat te doen. Zo bijzonder vond ze zichzelf niet. Naarmate ze ouder werd, vroeg ze zich juist af wat ze er eigenlijk van gemaakt had. In haar leven zag ze wel lijnen, maar waarheen? Een kunstwerk hielp haar hier toch anders naar te kijken. Het was van de beeldend kunstenaar George Nijs. Het leek wel een verbogen paperclip, waarvan de lijnen alle kanten opgingen. Maar kijkend vanuit een bepaalde hoek, kwamen ze samen als een prachtige ster. Ze besefte dat de uiteenlopende lijnen in haar leven sterk met elkaar verbonden waren. En dat ze een rijk gezegend mens was.

Pauline is in 1930 in toenmalig Nederlands-Indië als oudste van 6 kinderen geboren. Ze heeft daar samen met haar jongere broertje een onbezorgde peutertijd gehad. Toen ze tweeëneenhalf jaar oud was, keerde het gezin terug naar Nederland. Zelf weet ze de onzekerheid die ze vaak voelde, aan die gebeurtenis. De twee baboes, die zo goed voor haar en haar broertje gezorgd hadden, verdwenen plotseling uit hun leven, zonder uitleg en zonder afscheid. 

Haar middelbare schooltijd bracht ze door in Eindhoven. Ze ging naar een meisjesschool op algemeen christelijke grondslag, die in 1946 door Sylvia Philips-van Lennep was opgericht. Mevrouw Philips gaf de directrice Ina van Santen de kans om naar de VS te gaan om daar nieuwe onderwijsmethodes te bestuderen. Daarna ging ze naar een conferentie van Morele Herbewapening, waar ze een persoonlijke verandering doormaakte. Zo kon ze niet alleen moderne onderwijsmethodes op school introduceren, maar had ze ook een manier gevonden om de meisjes hoop voor de toekomst te geven. Dat was zo vlak na de oorlog echt nodig, vertelde Pauline. En het was precies wat zij als 17-jarig onzeker meisje nodig had. Hoop voor de toekomst, het gevoel ergens voor te leven.

Pauline’s eerste contact met Morele Herbewapening was een uitwisselingsprogramma in Engeland over de vraag of wereldvrede mogelijk was. Terug in Nederland deed ze mee aan een schoolweekend over hetzelfde onderwerp. Pauline merkte dat niemand erin geloofde. Toen is ze opgestaan en heeft ze haar mening gegeven, gebaseerd op wat ze in Engeland had ervaren. Het was voor het eerst dat ze dat in het openbaar durfde. Ze weet nog hoe ze de volgende morgen wakker werd: het was of de geblindeerde ramen open waren gegaan, en zicht en ruimte naar binnen stroomden. Een ervaring die ze nooit vergeten is.

In 1949 ging Pauline voor het eerst naar Caux, het internationale centrum van Morele Herbewapening in Zwitserland. Een voormalig hotel, dat door 95 Zwitserse gezinnen was aangekocht om het te kunnen gebruiken voor de wederopbouw van Europa. Het vervallen gebouw werd opgeknapt door honderden vrijwilligers uit Zwitserland en andere Europese landen. En ook de conferenties in de jaren daarna konden plaats vinden dankzij de inzet van vele vrijwilligers zoals Pauline. Zij werkte die zomermaanden in de huishouding. Daarna kreeg ze de kans een cursus te volgen over ‘geïnspireerde democratie’. Die vond ze zo verrijkend dat ze overwoog fulltime voor de beweging te gaan werken. Maar daar voelde ze zich toch te onzeker voor. Bovendien wilden haar ouders dat ze een beroep zou leren.

Dat werd de verpleegstersopleiding aan de Prinsengracht te Amsterdam, gevolgd door een kraamopleiding in Den Haag, zo vertelde oudste dochter Marina tijdens de afscheidsceremonie. Via via krijgt ze de mogelijkheid aan te monsteren als verpleegster op de Johan van Oldenbarneveld, een passagiersschip dat emigranten naar Australië bracht en op de terugweg passagiers uit Indonesië naar Nederland. Aan boord van de Johan van Oldenbarneveld ontmoette Pauline haar toekomstige echtgenoot Wiepke, die toen tweede stuurman was.

Zo werd Pauline een zeemansvrouw. De reizen van Wiepke waren gemiddeld tussen een half en een heel jaar. Dat was niet gemakkelijk, zei Marina. Niet alleen dat je elkaar lange tijd niet zag, je kon alleen met brieven die er maanden over deden contact houden. Op een zeker moment probeerde Wiepke een baan aan de wal te vinden, maar zijn hart lag daar niet. Samen besloten ze niet verder te zoeken en het zeemansleven vol te houden. En om een ander huis te kopen, wat Pauline in haar eentje moest doen.  

Marina beschrijft haar moeder als een geëmancipeerde vrouw. Ze werkte een groot deel van haar leven als invalkracht in de verpleging. Ze ging met twee kinderen op ski vakanties en haalde in de stromende regen haar kampeerpaspoort om op natuurkampeerterreinen te kunnen staan. Aan de andere kant vond ze ook dat je als vrouw niet de carrière van je man in de weg moest staan. Dat had zij tenslotte ook niet gedaan, toen ze besloot om er niet meer op aan te dringen dat Wiepke een baan aan de wal zou zoeken. Met die onzekerheid die Pauline zei vaak te voelen, viel het volgens Marina wel mee. Als oproepkracht deed ze graag nachtdiensten, omdat ze dan als verpleegkundige de leiding had en kon bepalen wat er moest gebeuren.

Zowel Marina als dochter Anneloes refereren eraan, dat hun moeder dol was op verhalen vertellen. Iedereen die Pauline kende kan dat beamen. Ze kon zoveel verhalen vertellen omdat ze, zoals Anneloes zei tijdens de afscheidsceremonie, met iedereen die ze ontmoette een gesprek aanknoopte. Anneloes, zich tot haar moeder richtend: ‘Je vond niets mooiers dan wanneer de verhaallijnen elkaar kruisten. Als je in een verhaal linkjes ontdekte met bijvoorbeeld je eigen jeugd in Eindhoven, linkjes naar een van de vele landen waar je met Wiepke naar toe gereisd was, met je uitgebreide kennissenkring…. Wat zal je ervan genoten hebben dat die linkjes tot het allerlaatst gelegd werden. De medewerkster van het hospice dat je de laatste zorg heeft gegeven, bleek een goede bekende van je te zijn.’ Volgens Anneloes zag haar moeder deze dwarsverbanden niet als toevalligheden, maar vormden die een deel van haar geloof. Er was hier een hogere macht aan het werk.

Pauline was oprecht geïnteresseerd in de mensen die ze ontmoette, of het nu een medepassagier in de valys taxi was of iemand van de thuiszorg. Ze zei vaak dat iedereen zo aardig was. Ze was zelf zo aardig. Ze wilde ook mensen met elkaar verbinden.

Een mooi voorbeeld was haar bezoek aan het IofC centrum in Den Haag op 29 november 2018. Het zou de laatste keer zijn dat zij naar een bijeenkomst daar kwam. Ze was met de valys taxi gekomen en had een missie. Ze werd vergezeld door een jonge Vietnamese vrouw, die ze in contact wilde brengen met de spreekster van die avond, Uyên Lu. Deze was op 16-jarige leeftijd als Vietnamese bootvluchteling naar Nederland gekomen en had over haar ervaring het boek ‘Verborgen Veerkracht’ geschreven. Die avond was de Haagse presentatie van haar boek. Alles ging volgens plan. Uyên Lu en de jonge Vietnamese vrouw maakten kennis met elkaar. De laatste kocht ook een exemplaar voor haar Nederlandse schoonmoeder. Ze hoopte dat het boek haar zou helpen meer te begrijpen waar haar Vietnamese schoondochter vandaan kwam. Niet gepland was dat Pauline een leeftijdgenoot trof, namelijk de pleegvader van Uyên. Als snel waren de twee zo te zien in een diepgaand gesprek gewikkeld. Gesprekken met Pauline gingen altijd ergens over.

Mijn laatste gesprek met Pauline was op 27 april. We spraken zeker anderhalf uur met elkaar. Ik had die week eerder gebeld, maar kreeg toen het antwoordapparaat. Die zaterdag vertelde ze dat er iets mis was geweest met de telefoon. Het was een fijn gesprek, van hart tot hart. Ze vroeg ook naar de door IofC ondersteunde humanitaire actie voor Oekraïne, waar zij maandelijks voor doneerde. Ze leefde enorm met de mensen daar mee. Ze zei keer op keer dat ze zo blij was dat ik belde, maar ook dat ze hoopte dat het gauw voorbij was voor haar. Aan wat haar mankeerde was niets meer te doen. Ze hoopte dat de thuiszorg haar binnenkort ingeslapen zou aantreffen.

Het liep anders. Op zondag 5 mei lag ze rustig in een bed van een door haarzelf uitgekozen hospice, met aan beide zijden een dochter die haar hand vasthield. Zo is ze zachtjes weggegleden.

Op de rouwkaart stond dat Pauline dankbaar was voor alles wat het leven haar gebracht heeft. Ik ben dankbaar haar gekend te hebben. Haar positieve instelling is een voorbeeld.

Hennie de Pous - de Jonge

Scroll naar beneden om de foto's te zien. Zweef met de muis over de foto's om de fotobijschriften te lezen.