Overslaan en naar de inhoud gaan

In memoriam Jos Sterk

Datum

Lemmer, 27 maart 1948 - Den Haag, 23 juni 2024

Van heinde en ver waren ze gekomen. De rond 140 mensen die afscheid kwamen nemen van Jos Sterk vulden het hele kerkje van Op Hodenpijl, nabij Schipluiden. Voor velen kwam zijn overlijden als een verrassing. Zijn weduwe Yvonne legde, na een welkomstwoord, uit wat er gebeurd was. Drie weken eerder kwam Jos fietsend op weg naar een avond van zijn filosofieclub Bespiegelingen in botsing met een scooter. Hij is er nooit aangekomen. De verwondingen die hij opliep zijn hem uiteindelijk fataal geworden. Zijn toch al niet sterke lichaam kon deze klap niet te boven komen.

Met muziek, vele foto’s en persoonlijke verhalen werd Jos deze middag weer helemaal tot leven gebracht. Een rode draad in de getuigenissen was zijn sterke geest en de vele lichamelijke ongemakken waar hij zich toe moest verhouden. Hij was altijd op zoek naar kennis, vertelt Yvonne. Als ze ergens heen gingen, was hij er al geweest in een boek en kon hij zijn gezin gidsen. Op de rouwkaart stond een foto van een deel van zijn boekenkast. Zijn ruime belangstelling hielp hem niet te veel te piekeren over zijn lichamelijke misères. *

Yvonne: ‘Samen met onze kinderen beleefden we veel levensvreugde, geluk en gezelligheid. Maar deelden we ook in zijn frustraties van pijn, boosheid en er tijdelijk niet kunnen zijn voor ons. Door de tijd te nemen, naar elkaar te luisteren, eerlijkheid en vergeving konden we de weg naar elkaar altijd weer terugvinden. Met humor, relativeringsvermogen en liefde de zwaarte van iets wegnemen en oplossingen brengen.’

Jos had een enorm gevoel voor rechtvaardigheid, vertelde zijn jongere zus en durfde daar ook voor uit te komen. Ze had een mooi voorbeeld: ‘Het was op de middelbare school tijdens een les Engels. De klas zoemde en had totaal geen aandacht voor de lesstof noch voor de man. Opeens sprong Jos op en schreeuwde: “Hebben jullie dan helemaal geen respect voor deze man? Hij staat hier zijn werk te doen en jullie schreeuwen en klieren er dwars doorheen. Stop daarmee.” En het werd stil. Hij had ze overtuigd.’

Jos was anders dan de anderen in het gezin. Hij nam geen blad voor de mond, wat in hun gezin uitzonderlijk was, aldus zijn zus. In het gezin dat Jos samen met Yvonne stichtte ging het er heel anders aan toe, vertelde schoonzoon Marcel. Hij moest er enorm aan wennen dat in het gezin Sterk van alles besproken werd en er pittige discussies aan de eettafel waren.

Lemmer was eigenlijk te klein en benauwd voor hem, zeiden zowel de zus als zoon Andreus. Zijn verhuizing naar Den Haag gaf hem de vrijheid om te doen wat hij wilde, zonder dat anderen daar aanstoot aan namen. Hij werd een Hagenaar. Terugkijkend op het leven van zijn vader, ontdekte Andreus tot zijn vreugde hoeveel hij met hem gemeen heeft.

Naast de familie spraken ook twee vrienden. Bart Dijkstra namens de Probus club, waarvan Jos sinds 2017 lid was. En mijn echtgenoot Johannes de Pous, die op verzoek van Yvonne iets vertelde over de band van Jos met de beweging Morele Herbewapening (MH).

Onze vriendschap met Jos en Yvonne dateert van begin 1980. In die tijd was een van de aandachtsgebieden van MH gezin en opvoeding. Jos en Yvonne gingen enthousiast meewerken met het organiseren van gezinsconferenties zowel in Nederland als in het conferentiecentrum Caux in Zwitserland. Daarin werden vragen besproken zoals: hoe voed je je kinderen op tot zelfstandige, verantwoordelijke mensen. En er was altijd een zinvol programma voor de kinderen! Een noviteit in de beweging.

Het gedachtengoed van MH paste bij de ontwikkeling die Jos doormaakte. Hij vertelde erover  in 2005 tijdens een bezinningsweekend dat hij en Yvonne geïnitieerd hadden. In de maatschappij kritische geest van de tijd, was de katholieke kerk waarin hij opgroeide naar de achtergrond verdwenen. In de jaren zeventig liep hij echter op tegen de grenzen van de maatschappijkritiek, zowel in zijn persoonlijk leven als in zijn werk en hij voelde behoefte aan verdieping. Hij zei: ‘Ik verdiepte me opnieuw in het christendom en het katholicisme maar nu met de verwerking van nieuwe inzichten van denkers als Han Fortman, Anna Terruwe, Jan Hendrik van den Berg en niet te vergeten het gedachtengoed van de Morele Herbewapening.’  

Het auto-ongeluk dat Jos in 1988 kreeg, had een enorme impact op zijn leven. De breuk in zijn wervelkolom moest geopereerd worden. Bij die operatie werd niet alleen de breuk hersteld, maar kon de chirurg ook zijn rug, die door Bechterew krom was geworden, weer recht zetten. Jos beschouwde dat als een soort wonder. Hij zei daar zelf over dat hij een nieuw mens was geworden. Het bracht hem ertoe zijn studie Theologie M.O.-B in 2002 af te ronden met een scriptie over wonderverhalen in de bijbel. In een interview hierover in het blad Ander Nieuws zei hij: ‘Bij het wonder gaat het niet om het spectaculaire, maar dat er iets verandert in onze instelling, in ons hart. Het wonderverhaal heeft ons hier en nu iets te zeggen.’ Hij stopte met zijn werk als beleidsfunctionaris bij de Katholieke Bond van Ouderen en werd coördinator catechese van een federatie van drie parochies.

Dat Jos geen blad voor de mond nam, ervoer de Nederlandse Stichting Morele Herbewapening, toen er in oktober 1997 een zeer kritische brief van hem op het kantoor arriveerde. Hij had de ontwikkeling van MH in Nederland met enige zorg gade geslagen en besloot zijn zorgen kenbaar te maken. Hij schreef: ‘Ik heb de indruk dat de kring van mensen die op de bijeenkomsten komen steeds kleiner wordt. Wat ik bemerk is dat de MH steeds een beweging naar binnen maakt. De ontmoetingsdagen krijgen steeds meer het karakter van bijeenkomsten van vaak dezelfde mensen met een programma, dat ook nog eens door dezelfde mensen wordt ingevuld. Vinden jullie zelf, dat het met de MH goed gaat in Nederland? Maken jullie eigenlijk ook elk jaar een werkplan? Gewoon een notitie, waarin je een sterkte-en-zwakte analyse en evaluatie maakt en je een aantal plannen (wat wil je, voor wie, waarom en door wie?) aankondigt? Ik wil best in het maken van zo’n notitie meedenken. Zouden deze gedachten tot een nieuwe impuls voor de MH in Nederland kunnen leiden?’

Deze brief heeft geleid tot een nieuwe organisatiestructuur. In het voorjaar van 1998 kwamen zevenentwintig mensen een weekend bij elkaar om te brainstormen over het programma van MH. Een paar van hen werkte op fulltime basis met MH, de meesten hadden andere banen en werkten in hun vrije tijd mee. Het verleden werd geëvalueerd, ideeën voor de toekomst gelanceerd. Werkgroepen werden gevormd die plannen gingen maken voor verschillende aandachtsgebieden. Ieder voorjaar werd zo het programma voor het volgende seizoen bedacht.

Zoals Johannes samenvatte: ‘Jos zijn analytische geest en ervaring met organisatie kwamen goed van pas. Het resulteerde in een stortvloed aan activiteiten. Er kwam heel veel leven in de brouwerij, de betrokkenheid nam toe en het netwerk en de actieradius groeide. Als je nu naar die periode terugkijkt, kun je zonder meer zeggen dat die brief van Jos het begin was van een enorme impuls waar de beweging, die inmiddels Initiatives of Change heet, vele jaren van heeft geprofiteerd.Morele Herbewapening in Nederland is hem veel dank verschuldigd. **

Voor haar slot- en dankwoord raadpleegde dochter Rosalinde de boekenkast van haar vader. In een boekje van de Franse filosoof Emmanuel Levinas vond ze deze wijsheid: De grond van ons bestaan is moerassig. Duister, kleverig, angstwekkend. Volgens Levinas bestaat het leven eruit om daaruit te ontsnappen, daaruit op te stijgen. Zou dat zijn zoals haar vader dat deed, vroeg ze zich af? De moerassigheid geeft betekenis aan de liefde. Als het leven probleemloos was, was er geen liefde nodig. De liefde bestaat omdat we het lastig hebben, omdat we de ander nodig hebben.

Alles gaat om verbinding. Nu, straks, morgen en alle dagen erna. Altijd opnieuw. Lieve mensen, zie de blik van de ander, houd elkaar vast en zorg voor elkaar.

Tot slot verscheen dit gedicht van Huub Oosterhuis op het scherm:

Want, sterven zal je ooit / Maar vandaag en godweet morgen / Kun je leven, doen, zien. / Iemand voor iemand zijn, misschien / En het verschil maken, toch / Tussen onverwisselbaar uniek en om het even / Tussen dood en leven.

Hennie de Pous-de Jonge

*Tip van Yvonne: over wat het voor jezelf en je naasten betekent ernstig ziek te zijn, heeft Dirk de Wachter een wonderschoon boek geschreven: Vertroostingen.

**Zie ook Reiken naar een nieuwe wereld, vanaf p. 161 https://www.foranewworld.org/node/24771