De nieuwsbrief Ander Nieuws van januari 2013 begon met dit verhaal:
Op weg naar de bijna 101-jarige belandden mijn man en ik in een file. Bezorgd om iemand van die leeftijd te laten wachten, belden we om te zeggen dat we misschien iets later zouden komen. Een vrolijke stem aan de andere kant. Geen probleem! Uiteindelijk waren we er precies op tijd, maar haar flexibele, ontspannen houding trof ons. Het is altijd een plezier om haar op te zoeken.
We moeten zelf wel even de thee of koffie zetten, maar het blad met de kopjes staat al klaar, met er tussenin een roosje in een vaasje. Toen we binnenkwamen zat ze naar een herhaling van Pauw en Witteman te kijken. Dus eerst even een gesprek over de actualiteit. Lezen gaat wat moeilijker, maar via de televisie blijft ze op de hoogte. Ze is een kritische kijkster en probeert de kwaliteitsprogramma’s eruit te pikken.
Sleutelwoord is dankbaarheid. Niet dat ze een makkelijk leven heeft gehad. Bijna altijd komt het gesprek op de tijd in het kamp in Nederlands-Indië, waar ze als jonge Zwitserse vrouw vrijwillig met haar Nederlandse schoonmoeder naar toe ging. Terugkijkend zegt ze: ‘Eigenlijk was de tijd in het kamp niet het ergste. We zaten daar met 6000 en probeerden te overleven. Het moeilijkste was de tijd erna, toen ik helemaal alleen, met een koffer en een jas van het Rode Kruis, terugkwam in Zwitserland. Mijn zus had kinderen. Ik niet. Toen raakte ik verbitterd.’
Dankbaar is ze dat ze in die tijd mensen ontmoette die haar hielpen van haar verbittering af te komen. Dankbaar is ze dat zij en haar man elkaar terugvonden en toch nog een zoon kregen. Dankbaar is ze voor haar zoon en schoondochter, haar kleinkinderen en achterkleinkinderen. En voor alle hulp die ze krijgt zodat ze zelfstandig kan blijven wonen.
Het leven is zwaar als je 100 bent. Ze heeft constant pijn, die op haar leeftijd niet meer verholpen kan worden. Zonder haar geloof in God zou ze verbitterd geraakt zijn, hield ze het niet vol, zegt ze. ‘Heer, u loopt met me mee’, bidt ze, soms door haar tranen heen. Maar dan gaat haar aandacht uit naar anderen.
Het gebed waar ze iedere dag mee begint, wordt langer en langer. ‘Er zijn zoveel mensen om voor te bidden.’ Bijvoorbeeld de familie waar ze al 30 jaar voor bidt. De problemen daar slepen zich voort van generatie op generatie, vertelt ze. Ze maakt zich er zorgen over en vraagt zich af wat ze meer kan doen dan voor hen te bidden.
Het allerbelangrijkste in het leven is dat je leert te vergeven, zo geeft de 100-jarige ons bij het afscheid mee.
Dit ging over Elsa Lüning-Burger, die korte tijd later op de dag dat ze 101 jaar werd, overleed. In januari had ik haar nog gebeld om haar voor te lezen wat ik over haar wilde schrijven. Ze luisterde aandachtig. Ze bond me op het hart het vooral niet te mooi te maken. Om duidelijk te maken dat ze het zonder haar geloof in God het niet gered had. En dat dat geloof niet een vanzelfsprekendheid is.
Haar geloof, dat haar door haar kamp tijd in Nederlands Indië had gedragen, dreigde haar in de steek te laten, toen ze terug in Zwitserland, alleen, zonder haar geliefde man Emil, totaal niet begrepen werd door haar familie, die de oorlog niet had meegemaakt.
In het ontroerende boek Over leven over het bijzondere leven van Else Lüning schrijft Christie van Rees Vellinga over deze aangrijpende periode. Een week in het nieuw geopende centrum van Morele Herbewapening in Caux betekende een keerpunt voor Elsa. Ze leerde stille tijd te houden, iets wat ze haar leven lang volhield. Uit dit boek citeer ik Elsa: ‘Ik leerde daar dat het een geschenk is als iemand je begrijpt, maar dat je het niet kunt eisen, dat je er geen recht op hebt. En dat ook geluk een geschenk is. Ik leerde er in de eerste plaats anderen te begrijpen. Innerlijk voelde ik me daar veranderen, vrijer worden. Ik voelde me geestelijk herstellen…’ Omdat ze het haar familie in Zwitserland kwalijk nam dat ze haar niet begrepen, vroeg ze hen vergeving voor de verwijten die ze had. Hierdoor begon een nieuwe verhouding met hen. Uit die tijd stamt haar overtuiging dat vergeving het allerbelangrijkste is in het leven.
Het bovengenoemde boek ‘Over leven’ schreef Christie van Rees Vellinga in 2009. Zij was een van de vele vrijwilligers, die Elsa Lüning omringden en het haar mogelijk maakten zelfstandig te blijven wonen. Mevrouw Lüning wilde ons een exemplaar geven. We gingen het speciaal ophalen. Voorin had ze onze namen geschreven met als boodschap eronder: Voor twee trouwe dienaars in ‘Reiken naar een nieuwe wereld’.
In de druk bezochte dankdienst voor haar leven, schilderde haar zoon haar veelbewogen leven en zei: ‘Ze leefde altijd voor anderen’. In de woorden van de voorganger: ‘Ze leefde vanuit Gods liefde, haar leven was een getuigenis.’
Hennie de Pous-de Jonge.