Afstand tot de politiek
In een recent rapport genaamd ‘De Atlas van Afgehaakt Nederland’onderzochten Josse de Voogd en René Cuperus het deel van de Nederlandse bevolking dat is ‘afgehaakt’. Deze mensen hebben het gevoel dat er voor hen geen plaats is in de parlementaire democratie, en dat politici alleen de rijke, hoogopgeleide elite representeren. Dit leidt tot een gevoel van vervreemding, en op de langere termijn zelfs tot een breder verlies aan vertrouwen in de democratie, aldus De Voogd en Cuperus.
Een belangrijk symptoom van afhaking is de populariteit van zogenaamde buitenstaander-partijen, die inspelen op het wantrouwen van kiezers tegenover de gevestigde politieke orde. Aan dit soort proteststemmen is goed te zien welk deel van de Nederlandse bevolking is afgehaakt. De Atlas laat zien dat het met name gaat om mensen met een lager inkomen, lager opleidingsniveau, en gemiddeld een slechtere gezondheid. Het rapport spreekt daarom van een ‘diplomademocratie’, waarin slechts hoger opgeleiden volledig meedoen.
Naast de economische dimensie van de kloof zijn er ook duidelijke geografische verschillen te zien. Niet voor niets heet het rapport De Atlas van Afgehaakt Nederland. In krimpgebieden zoals Oost-Groningen en Zuid-Limburg heeft een deel van de bevolking het idee vergeten te worden door politiek Den Haag. Tegelijkertijd laat het rapport zien dat er binnen gemeentes ook behoorlijke verschillen kunnen bestaan, zowel op sociaaleconomisch gebied als electoraal.
Ironisch genoeg is de stad Den Haag hier een perfect voorbeeld van: het politieke hart van Nederland is een van de meest gesegregeerde steden van het land, en het lijkt erop dat de aloude verdeling tussen zand en veen nog steeds een rol van betekenis speelt. Enerzijds is Den Haag een stad van diplomaten, politici en mensenrechten, maar anderzijds is Den Haag ook een stad met relatief veel economische ongelijkheid. Bovendien doen buitenstaander-partijen het buitengewoon goed in de lokale Haagse politiek, evenals bij nationale verkiezingen.