Overslaan en naar de inhoud gaan

Een reflectie op de 2021 Keti Koti avond

Datum

 

Het vieren van de afschaffing van de slavernij

Dit jaar werd 1 juli een belangrijke dag in Amsterdam – burgemeester Femke Halsema biedt excuses aan voor de rol van Amsterdam in het slavernijverleden. Zij sprak de wens uit: om het grote onrecht van de koloniale slavernij te metselen in de identiteit van onze stad. Met een ruimhartige en onvoorwaardelijke erkenning. Dit zet me aan het denken, hoe doen we dat?

Ik had de eer om de Keti Koti avond bij te wonen in het theater aan het Spui in Den Haag.  Deze avond heeft tot doel om samen stil te staan bij ons slavernij-verleden en de gevolgen daarvan voor het heden. Onder de bezielende leiding van Elly Stigter heb ik de redelijk nieuwe traditie van de Keti Koti Tafel mogen ervaren. De traditie vindt plaats in navolging van een Sederavond. Dit is een avond waarbij Joden over de hele wereld de bevrijding van hun voorouders uit de slavernij in Egypte herdenken met behulp van een serie rituele handelingen, teksten, liederen en met een maaltijd.

De tafel startte met de tafelschikking, waarbij er om-en-om een wit en zwart persoon zit. Dit gaf direct aanleiding tot discussie. De termen wit en zwart werden door ons als onprettig en niet-passend ervaren. De avond werd ingeleid en een koor zong treurliederen, waarbij ik het gevoel kreeg op een plantage te staan in Suriname – me voorstellend hoe het zou zijn, wanneer je geen zeggenschap hebt over jezelf. De bitterheid van de slavernij stond op het menu: een houtje om deze bitterheid te proeven.

Tijdens de verschillende gerechten werd twee aan twee een gesprek gevoerd. Welke ervaring je hebt gehad met dat je werd buitengesloten, en wat dit met je doet. Wanneer ik werd buitengesloten, gaf dat mij een verloren en machteloos gevoel. Al pratend viel me op, dat ik het gevoel makkelijk terug kan halen, en dat daar ook irritatie en boosheid bij zit.

Bij één van de laatste rituele handelingen representeerde de trekbommetjes dat we met lawaai de pijn en spoken uit het verleden verjagen. Ook waren er de 21 kanonschoten die klonken toen op 1 juli 1863 de slavernij werd afgeschaft in Suriname. Let wel, dit hield in dat slavenhouders vergoeding ontvingen voor het in vrijheid stellen van de slaven. De mensen die geen slaven meer waren werden echter nog 10 jaar gedwongen om onder Staatstoezicht te werken tegen weinig loon voor hun voormalige eigenaar. In 1873 werd de slavernij werkelijk afgeschaft.

Door Foske Toonstra.