Wilhelmina Johanna ter Kulve-van Os (Semarang, 2 maart 1927 - Wassenaar, 4 juli 2022)
In een goed bezochte dienst in de Kievietkerk in Wassenaar namen op 8 juli familie en vrienden afscheid van Wilhelmina Johanna ter Kulve-van Os. Voor velen Joty, of Ibu Joty.
Predikant Jilles de Klerk typeerde haar in zijn preek als een markante, kleurrijke, intelligente en gedreven vrouw. Iemand van wie je direct onder de indruk bent. Een vrouw met een missie, die een appèl op je deed. Daarvan getuigden ook haar zoon Peter en dochter Elisabeth in hun toespraken. De kleinkinderen vulden aan met herinneringen aan hun lieve en originele oma.
Als dochter van een Nederlandse vader en Indische moeder had Joty een onbezorgde jeugd in de mooie villa die haar vader, ondernemer, had laten bouwen in Linggajati, een bergdorp aan de voet van de Ciremai vulkaan. Het gezin was deel van de Nederlandse gemeenschap totdat haar vader, Joty was toen 7, plotseling overleed. Ineens hoorden zij, met haar zus en broer, er niet meer bij, waren ze kinderen van een Indische moeder (familiefoto linksonder, Joty links). Toen ervoer ze wat het is gediscrimineerd te worden. Andere kinderen kregen cadeautjes met Sinterklaas en werden uitgenodigd voor partijtjes, zij niet meer.
Toen Japan het land was binnengevallen, waren ze plots wel weer Nederlanders. Joty bracht haar tienerjaren door in drie Japanse kampen op West-Java. In aanloop naar de Indië- herdenking op 15 augustus 2009, schreef ze: ‘Mijn gedachten gaan terug naar Bogor. Hoog in de bergen bereikten we ons tweede concentratiekamp. Het bestond uit open barakken, waar de wind door heen blies en de ratten zich ’s avonds op je buik probeerden te nestelen. Het was een dodenkamp…In een dodenkamp wordt begraven een routine. Ook voor een jong meisje van 15 jaar, die dode vrouwen en kinderen in een rieten mand moest rollen en begraven.’
‘Er waren toen geen psychologen, geen trauma teams’, schrijft ze. ‘Je hebt die eeuwige honger, waar je mee bezig bent. Elke dag is een overlevingstocht. Maar wat gebeurt er met de ziel van een meisje van 15 als begraven routine wordt? Wat gebeurt er met al die kinderen, die min of meer hetzelfde meemaken in alle brandhaarden van de wereld? Wanhoop, doodsangst, als je er lang genoeg mee wordt geconfronteerd, sterven de gevoelens. Waarschijnlijk een door de natuur ingegeven zelfbescherming.’